Home Wat doen wij? Projecten Agenda Contact Fotogalerij Sponsoring Natuurgebieden ANBI Weblinks

BLOG | Stichting Groen Licht

Terug naar alle posts




Het gemak van een groene tuin



Een groene tuin is een genot voor het oog en heeft ook een aantal voordelen wat betreft het onderhoud. Je hebt minder groene aanslag op de tegels, hoeft minder onkruid tussen de tegels vandaan te halen en je hoeft je straatje niet te vegen. Daarnaast hebben planten die in de volle grond staan veel minder water nodig dan planten in potten op een terras.

Natuurlijk heb je werk aan een groene tuin, maar je kunt slimme keuzes maken waardoor je de hoeveelheid werk kunt beperken. Wij geven je wat tips:

  • Maak gebruik van bodembedekkers. Bodembedekkers zorgen ervoor dat onkruid geen kans krijgt en dat je bodem vochtiger blijft, waardoor je minder vaak water hoeft te geven. Denk aan Geranium, Ajuga (Zenegroen) of Epimedium (Elfenbloem). Deze laatste doet het ook goed op de meer schaduwrijke plekken.
  • Een grasmat kan heel leuk zijn, maar is juist een onderdeel dat veel onderhoud vergt. Wil je een gemakkelijke groene tuin, dan is een grasmat misschien niet de juiste keuze. Eventueel kun je voor een mooi groen matje een groot vak vullen met bladhoudende bodembedekkers.
  • Kies voor vaste planten. Deze sterven in de wintermaanden vaak bovengronds af om in het voorjaar weer opnieuw uit te lopen. Je hoeft dus niet steeds nieuwe planten te poten.  Makkelijke vaste planten zijn bijvoorbeeld Vrouwenmantel, Sedum, Leliegras en Herfstaster.
  • Plant een struik of kleine boom en kies voor trage groeiers. Amelanchier lamarckii (krentenboompje) is een heester die meestal niet hoger wordt dan 6 meter en laat zich goed in toom houden. Naast de witte bloemen in het voorjaar heeft deze struik bessen en een mooie herfstkleur in het najaar. Struiken als Skimmia, Viburnum (tinus en davidii) en Spirea vragen over het algemeen weinig onderhoud.
  • Poot in het najaar meerjarige bollen en verwilderingsbollen, zoals sneeuwklokjes, krokussen en allium (sieruien). Verwilderingsbollen komen ieder jaar terug, je hoeft ze dus maar één keer te poten en het worden er ieder jaar alleen maar meer.
  • Zet planten op de juiste plek. Staat een plant te verpieteren in de zon, dan kun je die beter naar de schaduw verplaatsen. Laat je hier eventueel tijdens het aankopen van je planten over informeren. De standplaats is meestal ook terug te vinden op het plantenlabel.

Als je nu denkt waar moet ik beginnen, dan wip je er gewoon een paar tegels uit. Planten erin en geniet van het leven in je groene tuin. Laat je, bij twijfel over je plantkeuze, informeren in een tuincentrum of door een goede buur. Begin gewoon, je doet het niet zo snel verkeerd. Zelfs planten die geknakt zijn, bijvoorbeeld door een verdwaalde voetbal, groeien gewoon weer aan.

Experimenteer er op los, je wordt er steeds handiger in. Voor je het weet heb je de smaak te pakken en wip je er steeds meer tegels uit, ruil je planten met die goede buur, zaai je een keer eenjarigen of zet je er misschien een aantal eetbare planten tussen. Zo creëer jij jouw eigen unieke tuin.